Het KNMI laat sinds 21 maart meer weerballonnen op om de betrouwbaarheid van de weersverwachting op peil te houden. Door de maatregelen die genomen zijn om de verspreiding van het coronavirus te beperken, is het vliegverkeer voor een groot deel stilgevallen. Hierdoor krijgt het KNMI minder gegevens binnen over de bovenlucht. Vliegtuigen zijn een van de belangrijkste bronnen van waarnemingen die bij het maken van onder meer weersverwachtingen worden gebruikt.
Uit gegevens van vliegtuigen kunnen bijvoorbeeld temperatuur en windsnelheid- en richting berekend worden. Een andere manier om die informatie te verkrijgen, is door het oplaten van weerballonnen. Dagelijks wordt door het KNMI één ballon opgelaten, sinds zaterdag 21 maart zijn dit er twee per dag. Het KNMI is niet de enige weerdienst die meer weerballonnen, ook wel radiosondes, oplaat. Ook de weerdiensten van bijvoorbeeld Zweden, Finland en Hongarije doen dit om te zorgen dat de weersverwachting betrouwbaar blijft.
De meeste gegevens over het weer worden dichtbij aardoppervlak verzameld, maar ook de metingen in de bovenlucht zijn van groot belang om de weermodellen te voeden (figuur 2). Er zijn echter maar een paar bronnen van gegevens voor de bovenlucht. Eén daarvan zijn metingen uit vliegtuigen die voortdurend naar grondstations sturen. Bij het starten en landen van de vliegtuigen worden in de buurt van luchthavens verticale profielen gemeten. Een andere bron zijn weerballonnen en remote sensing apparatuur op de grond. De recente toevoeging van windprofielen gemeten vanuit de ruimte door de experimentele Aeolus satelliet verbetert ook de weersverwachting. Satellieten meten ook boven de zeegebieden en de tropen, waarmee een goede verwachting voor enkele dagen vooruit gewaarborgd blijft.
Weermodellen kunnen geen zinvolle vooruitzichten leveren zonder meetgegevens. De modellen hebben immers een begintoestand nodig om verwachtingen uit te kunnen rekenen. Hoe betrouwbaarder de begintoestand, hoe beter de verwachtingen kunnen zijn. De toename in de betrouwbaarheid komt door verbeteringen in de weermodellen, door betere wetenschap en krachtigere computers en door betere meetgegevens uit bijvoorbeeld satellieten. Dat kwaliteit van de weersverwachtingen in de loop der jaren inderdaad beter is geworden, laat figuur 3 zien. De toename van de curves tonen hoe de betrouwbaarheid van de verwachtingen steeds groter wordt. De driedaagse verwachting (blauw) is het meest betrouwbaar. Lange termijn vooruitzichten (geel) zijn het minst betrouwbaar.
Het is niet de eerste keer dat het KNMI extra weerballonnen oplaat. Bij de uitbarsting van de Eyafjallayoküll in IJsland in 2010 is dit ook gebeurd. Een paar dagen was er toen geen vliegverkeer mogelijk.
Door de gevolgen van stroomuitval op het KNMI eerder vandaag zijn er problemen met het netwerkver...
05 maart 2025 - NieuwsberichtHet klimaat op aarde is niet altijd hetzelfde geweest; de gemiddelde temperatuur heeft juist flin...
05 maart 2025 - KlimaatberichtHet KNMI heeft per 1 maart 2025 Caroline Katsman en Roderik van de Wal benoemd als hoofdonderzoek...
03 maart 2025 - NieuwsberichtDeze winter (december, januari en februari) was met een gemiddelde temperatuur van 4,5°C tegen ee...
28 februari 2025 - Nieuwsbericht