Op 1 april start officieel het groeiseizoen. Vanaf die dag houdt het KNMI het neerslagtekort bij om eventuele droogte te signaleren. Doordat de gemiddelde verdamping nu hoger ligt dan vroeger, speelt die eerder in het seizoen een rol bij droogte. Hoe groot is die verschuiving nu al?
Kijken we naar buiten dan zien we dat het voorjaar begonnen is. Narcissen en tulpen komen uit, bomen staan prachtig in bloei. De natuur reageert op de stijgende temperaturen. Hogere temperaturen kunnen bij uitblijven van regen al snel tot droogte leiden. Het KNMI houdt in het groeiseizoen (dat van april tot en met september loopt) bij hoe we ervoor staan qua droogte, dat doen we aan de hand van het neerslagtekort.
Doordat de temperatuur in het voorjaar weer gaat stijgen en de zon langer schijnt neemt de verdamping toe (het KNMI gebruikt de formule van Makkink om de referentie verdamping te berekenen, dat is de verdamping van een grasveld zonder watertekort). Als er over een periode meer water verdampt dan dat er aangevuld wordt door regen ontstaat er een neerslagtekort. Als zo'n periode lang duurt, en het neerslagtekort (veel) hoger wordt dan wat normaal is, spreken we van droogte.
Gemiddeld hebben we ieder voorjaar en iedere zomer een neerslagtekort, doordat in die seizoenen de gemiddelde verdamping hoger is dan de gemiddelde hoeveelheid regen (afbeelding 1). Omdat de jaar-op-jaar variatie in neerslag en verdamping heel groot is, loopt het neerslagtekort in sommige jaren hoog op, terwijl het in andere jaren achterblijft. Of droogte tot problemen leidt is niet alleen afhankelijk van het neerslagtekort. De afgelopen kletsnatte winter zorgt ervoor dat we er qua grondwatervoorraad goed voor staan. Het effect van droogte op de natuur, de landbouw en de scheepvaart is afhankelijk van het weer (het neerslagtekort) én van de beschikbaarheid van grondwater en de hoeveelheid water in de grote rivieren.
Door klimaatverandering is het nu gemiddeld warmer dan vroeger. Hierdoor schuift het moment van typische voorjaarstemperaturen naar voren. Dat kunnen we bijvoorbeeld zien in de natuur, die eerder uit de winterslaap komt. De vroegere bloei van bomen heeft onverwachte gevolgen: bijvoorbeeld, een hoger risico op vorstschade bij fruitbomen. Ook voor droogte kan dit gevolgen hebben: als de verdamping vroeger in het jaar op gang komt schuift de mogelijkheid op (voorjaars)droogte ook wat naar voren en kan het neerslagtekort in de loop van het voorjaar hoger oplopen.
De verdamping is sinds 1965 inderdaad toegenomen (afbeelding 2). Dat komt doordat het warmer is en doordat de hoeveelheid zonnestraling is toegenomen. Tussen de twee onderzochte periodes in afbeelding 2 zien we dat in de recente periode de gemiddelde verdamping 10 dagen eerder in het seizoen al van betekenis is en boven 1,5 mm/dag uitkomt. De kans op een hoger neerslagtekort in het voorjaar en ook in de rest van het seizoen is daardoor toegenomen.
Zo’n verschuiving van het voorjaarsmoment, en mogelijke toename van voorjaarsdroogte, is van belang voor waterbeheerders in Nederland. Zij zoeken in deze tijd van het jaar de balans tussen ontwateren (het verlagen van grondwaterstanden) zodat boeren het land op kunnen en water vasthouden voor een eventuele droogte later in het groeiseizoen.
De lente is begonnen en de Noordse stern gaat weer beginnen aan zijn jaarlijkse tocht van de Zuid...
12 maart 2025 - KlimaatberichtDe uitstoot van CO2 en methaan neemt nog altijd toe. Methaan is na CO2 het belangrijkste broeikas...
10 maart 2025 - KlimaatberichtDoor de gevolgen van stroomuitval op het KNMI eerder vandaag zijn er problemen met het netwerkver...
05 maart 2025 - NieuwsberichtHet klimaat op aarde is niet altijd hetzelfde geweest; de gemiddelde temperatuur heeft juist flin...
05 maart 2025 - Klimaatbericht