Mist past bij het Nederlands weerbeeld, vooral in de herfst en winter. Wel komt mist nu veel minder vaak voor dan vroeger. Dat komt niet door klimaatverandering, maar vooral doordat de lucht schoner is geworden door milieubeleid. Volgens de KNMI'23-klimaatscenario's blijft mist vrijwel net zo vaak voorkomen in een toekomstig, warmer Nederland als nu.
Mist bestaat uit kleine zwevende druppeltjes. Ze zijn kleiner en lichter dan regendruppels en blijven daardoor in de lucht rondzweven. Mist ontstaat als vochtige lucht sterk genoeg afkoelt en de waterdamp in de lucht condenseert tot waterdruppeltjes. Hetzelfde gebeurt als je met een bril vanuit de kou een warme ruimte binnenloopt en plots je bril beslaat. Vooral bij rustig en koud weer met weinig wind en bewolking kan de lucht dicht bij de grond heel makkelijk afkoelen. Hoe meer stofdeeltjes de lucht bevat, hoe makkelijker waterdamp condenseert.
In de herfst en winter komt mist zeer regelmatig voor, gemiddeld over het land zijn er vele tientallen mistdagen per jaar. In het noordoosten van het land komen de meeste mistdagen per jaar voor (bijna 100 dagen per jaar), in Zeeland de minste (minder dan 30 dagen per jaar). De Bilt zit ertussenin met iets meer dan 70 mistdagen per jaar (afbeelding 1). De definitie van een mistdag is dat het zicht op die dag gedurende minstens een uur minder dan 1000 meter is.
Afbeelding 2 laat het aantal uren mist zien per jaar voor De Bilt. Rond 1960 telde De Bilt gemiddeld bijna 500 uren mist per jaar, tegenwoordig nog maar 250 uur. Die snelle daling vond plaats voor het jaar 2000, sindsdien is het gemiddeld aantal uren mist redelijk constant gebleven. Die snelle daling vond plaats in alle seizoenen en hangt samen met het schoner worden van de lucht in Nederland door milieumaatregelen. Daardoor is de hoeveelheid fijnstof in de lucht lager geworden, waardoor mist zich minder makkelijk vormt.
De grote variaties van jaar tot jaar hangen vooral samen met variaties in het weer. Sommige jaren hebben toevallig meer dagen met gunstige weersomstandigheden voor mist dan andere jaren. Zo telde 2003 in De Bilt liefst 392 uur mist en het jaar 2000 maar 137 uur.
De grafiek in afbeelding 3 is afkomstig van het KNMI-klimaatdashboard en laat zien dat in alle KNMI'23-klimaatscenario's het gemiddeld aantal uren mist per jaar in De Bilt rond 2050 en 2100 nauwelijks anders is dan nu. De reden is dat we geen grote veranderingen verwachten in het optreden van de gunstige weersomstandigheden voor mist. Dat geldt voor zowel de mistrijke seizoenen herfst en winter met rond de 100 uur mist als voor de mistarme seizoenen lente en zomer met rond de 30 uur aan mist. Mistwaarschuwingen blijven dus ook in de toekomst van kracht. Een lichte afname van (dichte) mist is mogelijk door verdere verbeteringen van de luchtkwaliteit, maar deze afname zal veel kleiner zijn dan in het verleden.
Het jupyter notebook dat afbeelding 2 heeft gemaakt op basis van de zichtmetingen in De Bilt staat op KNMI gitlab
Volgende week een klimaatbericht over de opschuivende herfst
In 2023 bereikte de wereldgemiddelde temperatuur een recordhoogte. Rekening houdend met alle beke...
18 december 2024 - KlimaatberichtDecember is de donkerste maand van het jaar, met de laagste zonnestand en de kortste dagen. De ho...
13 december 2024 - KlimaatberichtVandaag is het de dag van de mensenrechten. Het recht op leven, gezondheid, eigendom en wonen sta...
10 december 2024 - KlimaatberichtKNMI klimaatgedicht 2024
05 december 2024 - Klimaatbericht